Blog geschreven op 21-01-2015: Link naar originele blogpost
Naar aanleiding van dit blog ben ik op 28-01-2015 te zien geweest in Een Vandaag en was ik te beluisteren op de radio: Een Vandaag Gelukkig is deze eigen bijdrage op een later moment afgeschaft.
Elke week als ik op bezoek ga voel ik de wind, die blaast tussen de hoge gebouwen. Ik trek mijn jas iets dichter om me heen. In de verte hoor ik de sirene van een ambulance, die onderweg is naar de spoedeisende hulp. Er lopen veel mensen. Ze zijn onderweg naar de grote trap van het academische ziekenhuis. Ik loop er voorbij. Langs het Ronald McDonaldhuis ga ik. Er staan mensen buiten. Pratend. Nerveus. Ik voel de spanning. De wanhoop. De zorgen om hun kind. Daar is het hek al. Verscholen in een nis van het gebouw. Ik bel aan en vertel dat ik er ben aan de stem door de intercom. Ik mag naar binnen. Daar is mijn kind. Hij straalt. Ik straal ook…
Mijn kind is klinisch opgenomen. Autisme. MCDD. Angststoornis. Trauma. Alles, alles, alles heb ik gedaan om voor hem te zorgen. De schrik sloeg me om het hart toen de cluster4school handelingsverlegen was. Waar moest hij heen als zelfs het speciaal onderwijs niet meer wist hoe hem te helpen? Alles, alles, alles hebben ze geprobeerd om mijn kind te helpen. De school, de jeugdGGZ. Hij was te angstig. Te verward. Hij kon de school niet meer in. Hij dacht dat de Cito een monster was. Hij dacht dat ik dood ging als hij bij me weg was. Hij kreeg aanvallen van regressie. Dan was hij ineens drie jaar. Als het weer over was, was hij stukken tijd kwijt. Dagbehandeling. Daar begonnen we mee. Een warm bad was het, de kinderpsychiatrische kliniek. Hij knapte langzaam wat op. Tot november. Crisis. Mijn kind zat op de bank. Zo bang. Hij wilde er niet meer af. Hij dacht dat hij wel de rest van zijn leven op de bank kon blijven zitten. Verstopt onder zijn veilige deken. Met mama ernaast. Veilig. Dan kwam alles goed, dacht hij. Ik zie zijn grote, holle, wijd opengesperde ogen van angst nog voor me. Wat een leed, wat een angst, wat een verdriet. Het was onvermijdelijk. Ook dagbehandeling was niet voldoende. Mijn kind moest klinisch opgenomen worden. Het was de meest zwarte dag in mijn leven…
Het gaat langzaam wat beter met mijn kind. Elke week ga ik bij hem op bezoek. Elke week heb ik daar een gesprek. Met heel mijn ziel en zaligheid zet ik me in om zo goed mogelijk stevig te staan voor mijn kind. Om hem te helpen. De behandeling te ondersteunen. Elk weekend haal ik hem op. Voor een nacht thuis. Elke zondag breng ik hem weer terug. Trouw rolt hij zijn koffer mee, met zijn eigen veilige deken erin…
Mijn kind is ziek. Sinds kort betaalt de gemeente de zorg voor hem. Binnenkort ga ik een eigen bijdrage betalen. Omdat mijn kind opgenomen is en niet thuis slaapt. Terwijl hij ziek is. Elke week loop ik vier keer heen en weer langs het kinderziekenhuis, waar de ouders geen eigen bijdrage hoeven te betalen. Elke week loop ik vier keer heen en weer langs het Ronald McDonaldhuis, waar de ouders kunnen slapen zolang hun ernstig zieke kind is opgenomen in het kinderziekenhuis. En ik? Deze mama moet straks ongeveer 100 euro per maand bijbetalen, voor verblijf in de kinderpsychiatrische kliniek. Terwijl mijn kind ook ziek is. Terwijl ik me net zo wanhopig en verdrietig voel als die ouders die ik voorbij loop langs het Ronald McDonaldhuis. De eigen bijdrage voelt als een boete. Een soort straf omdat mijn kind psychiatrisch ziek is…
Ik reis elke week vier keer heen en weer naar de kinderkliniek. Dat kost een hoop geld. Ik heb extra kleding en spullen voor mijn kind aangeschaft, omdat hij anders alles steeds heen en weer moet nemen als hij in het weekend een nachtje thuis is. Ik koop ansichtkaarten en postzegels. Om hem te verrassen met post. Ik werk parttime. In het onderwijs. Als ik vrij ben plan ik de zorgafspraken. Mijn leven bestaat uit werken en zorgen. Ik doe het allemaal. Het is vanzelfsprekend. Hij is mijn kind. Mijn verantwoordelijkheid. Alles, alles, alles doe ik om hem te helpen. Waarom wordt mijn kind anders gezien door de regering dan de kinderen die één gebouw verder liggen? Mijn kind is toch ook ziek? Wat is het verschil? Waar is de empathie? Waar is de menselijkheid? Schrap deze maatregel! Laat er geen verschil bestaan tussen somatisch ziek en kinderpsychiatrisch ziek. Dat is alles wat ik vraag. De kinderen zijn de toekomst. Toch? Geef alle kinderen een kans op zorg. Onvoorwaardelijk. Dat is toch niet teveel gevraagd?
Vlindernatasja